van vroeger ...

Medics aan de Yzer

INFOROO artikel

Medische steun voor 4daagse van de Yzer 2003


“… Zelden werd men in de eerste linies dodelijk getroffen. De evacuatie naar achteren was vrijwel steeds nog mogelijk, maar vooral die uit de eerste linie vormde een zeer delicaat punt in het verzorgingsnet. Slechts twee brancardiers per compagnie stonden doorvoor in. Gewapend met een primitieve verbandkist moesten zij vanaf januari 1915 te velde opereren. Ingeval van verwonding dienden zij ter plaatse te gaan en er de “Eerste Hulp” toe te dienen. Ze waren daartoe echter nauwelijks opgeleid. Het afbinden en het ontsmetten van de wonden alsook het aanbrengen van een snelverband gebeurde dan ook niet altijd met de grootste deskundigheid. Vooral de jodiumtinctuur vloeide bij het werk zeer weelderig en werd niet zonder reden ‘teinture de piotte’ genoemd. …”

(uit de brochure Vierdaagse van de Yzer; 31ste editie)

 

Er is in de loop der jaren wel een en ander veranderd wat betreft de militaire medische steun. Niet alleen vormt de militaire medische component (nog altijd) een quasi autonoom krijgsmachtonderdeel; het is ook uitgegroeid tot de professionele evenknie van de burgerlijke geneeskundige organisatie. Door haar specifieke opdracht zijn natuurlijk een aantal velden van specialisatie ontwikkeld, die binnen de burgerlijke structuren minder aandacht krijgen. Om het grootschalig te bekijken zou moeten verwezen worden naar de “rampengeneeskunde” en het “brandwondencentrum”. Maar het gaat ook over kleinere aspecten, zoals “terreingeneeskunde” en “sportgeneeskunde”. Bij dit laatste kunnen we zeker ook de bijzondere aandacht voor wandelblaren catalogeren. De militaire gezondheidszorg besteedt internationaal aandacht aan het fenomeen van voetblaren. Niet verwonderlijk als we de statistieken ter zake bekijken, en de ‘verliezen’ aanschouwen die deze banale aandoening veroorzaakt. Het is gewoon een kwestie van efficiëntie om dit probleem grondig aan te pakken, zowel preventief als curatief. Voor dit laatste het je een degelijk opgeleid (+ geleid) en uitgerust medisch steunkorps nodig, dat in staat is om de ‘slachtoffers’ te stabiliseren en te conditioneren voor het voltooien van hun opdracht (de mars). Voor deze 31ste editie van de IJzervierdaagse mochten we daarover niet klagen. …

 





In heel wat opzichten is deze mars een bijzondere aangelegenheid voor de medische component. We zitten namelijk in een ‘scharnierjaar’. Voor de laatste keer wordt het hele manoeuvre (want dat is het voor ons) geleid door Med LtKol Leire, die hiervoor speciaal uit Duitsland overkomt. Vanaf volgend jaar neemt CMO17, ‘mijn’ eenheid, de hele zaak over. Dat betekent niet dat de anderen niet meer mogen meedoen, want de opdracht is te groot voor één CMO (Centrum voor Medische Operaties). Maar de leiding van het manoeuvre komt wel op de schouders van de Comd van de eenheid terecht. Geloof het maar van mij, dat is een flinke klus! Daarom komt mijn commandant dit jaar al ‘meelopen’ met de Starlight van dienst (zoek het maar eens op in je instructieboekje radioprocedures).

Voor mij maakt dat de zaak ook wel een beetje speciaal. Toch blijft het mijn 8ste keer, wat betekent dat er niet echt veel grote verrassingen te verwachten zijn. Even lijkt het erop dat ik mijn vaste stek in Diksmuide moet laten schieten voor een allocatie bij de hulppost Ieper, maar de wielen van de organieke molen draaien nog wat bij, zodat het toch weer mijn oude liefde wordt. Mijn ploegcommandant is dezelfde als vorig jaar, en de andere reservist van het team is ook een bekend gezicht. De ‘actieven’ van de hulppost Diksmuide zullen we in de loop van de week wel (grondig) leren kennen.

Het verhaal van onze activiteiten zal ik maar kort houden, want in grote lijnen ziet het er ieder jaar zeer gelijkaardig uit. Één hulppost (Medische Ploeg) bestaat uit drie voertuigen en ongeveer 8 manschappen. Het wagenpark bevat een Iltis Jeep, één ambulance, één MAN vrachtwagen met shelter. De ploeg heeft één ploegcommandant, één adjunct, één kinesist, en de rest combineert verzorging met het besturen van een voertuig. Omdat wij als Ploeg een complete infirmerie laten draaien is het ook handig om iemand verantwoordelijk te maken voor de Rav Med. Maar goed, wie doet nu precies wat?

 

De ploegcommandant van HuPo Diksmuide = Maj(r) Di Duca Dominique

In het burgerleven is Dominique een collega verpleegkundige (lic) met een lesopdracht in een school voor verzorgenden. Hoewel van origine Franstalig spreekt hij een vlot mondje Nederlands. Als ploegcommandant is hij natuurlijk op de hoogte van het operatieorder, en moet ook de vlotte doorgang ervan bewaken. Hij verdeelt de taken, en draagt de eindverantwoordelijkheid voor de inzet van de Ploeg. Hij draagt het radiocommunicatie - toestel bij zich (Astrid), dat nodig is voor de noodzakelijke informatiedoorstroming naar de CP (commandopost & coördinatiecel van het manoeuvre). Via dit medium wordt ook de Sanrep doorgegeven na het afsluiten van de dagactiviteit (± 22.00h). De ploegcommandant leidt de debriefing, en briefing voor de volgende werkdag. Daarna, of ergens tussendoor, doet hij de verkenning van het terrein voor het opstellen van de hulpposten. Eventueel moeten alternatieven gezocht worden voor een wisselstelling (bij regen of ongunstig terrein). Indien aanwezig tijdens de werking van de infirmerie of hulppost, is het vooral de ploegcommandant die de organisatie (triage) van de patiënten op zich neemt. Als de pers ten tonele verschijnt is het de verantwoordelijkheid van de commandant om hen te woord te staan (zie foto).

Zoals u merkt is deze functie noodzakelijk en niet makkelijk. Vermoedelijk heb ik nog tal van kleine facetten van de opdracht over het hoofd gezien, maar dit geeft alvast een beeld van de zaak. Neem maar van mij aan dat veel staat of valt met de persoon van de Plg Comd !!!

 

De ploegadjunct van HuPo Diksmuide = Adjt(r) Vanhoecke Didier

Op de foto links in beeld. Didier is in het burgerleven eveneens verpleegkundige (lic) en lector aan een hogeschool voor verpleegkundigen (KHBO). Hij spreekt meerdere varianten van zijn Nederlandse moedertaal (soms onherkenbaar als West-Vlaming), een mondvol Engels, en een greep werkbaar Frans (+ vier woorden Kikongo). Primair lijkt de job van de adjunct eruit te bestaan de Ploeg te doen draaien en draaiende te houden. Als de commandant er is zal vooral de verzorging van patiënten ─ in het bijzonder de complexe en ongewone gevallen ─ de opdracht van de adjunct zijn. Deze rol als ‘senior’-verzorger ondersteunt ook de andere verzorgers in de ploeg. Instructie over (nieuwe) verzorgingsprotocollen worden ook aan de adjunct overgelaten. Daarnaast komt ook het menselijke aspect op de proppen. Een ploeg mensen met diverse achtergronden (eenheid, taak, graad, taal) die een volle week samen een paar vierkante meter moeten delen en samenwerken, is niet iets vanzelfsprekends. Volgens mij moet de ploegadjunct daar wat aandacht voor hebben. Iedere adjunct zal dit oplossen met zijn eigen stijl; de één wat directiever, de andere wat meer ondersteunend. Zelf geloof ik nogal sterk in het laatste model, van rolmodel, communicatie (luisteren) en positieve bekrachtiging. Het resultaat was dit jaar in ieder geval vrij gunstig.

Als de commandant er niet is neemt de adjunct over.

De kinesist van HuPo Diksmuide = Kapt(r) Waeyaert Mario

Mario voorstellen is wellicht overbodig. Onze Diksmuidse collega is alom bekend, zowel bij het actieve als het reservekader. Het heeft deze keer trouwens wel een tijdje geduurd voor iedereen geloofde dat de kapitein een reservist is. De ‘kiné’ van de ploeg is een onmisbaar element. De cijfers liegen er niet om. Hij neemt bijna de helft van onze klanten voor zijn rekening. Naast de noodzakelijke massages, wordt er ook taping aangebracht ter ondersteuning van de gewrichten; en gespecialiseerde adviezen om de wandelaars op het rechte pad te houden. Uit de foto zou je kunnen opmaken dat ook het spelen van ‘luchtgitaar’ tot de uitgebreide talenten van de fysiotherapeut behoort. Maar in een klein equipe moet iedereen meehelpen met het dagelijkse lossen, laden en Mov. Hier geeft Mario instructies aan de ambulancebestuurder om het voertuig voor de Boterhallen te parkeren.

 

De ploeg Rav Med van HuPo Diksmuide = 1Sgt(r) Van Haevermaet Guido

Opgeleid als verpleegassistent, werkt Guido voor één van de Antwerpse OCMW-ziekenhuizen. Zijn werkvloer is de apotheek. De geknipte man, dus, om orde te creëren in de medische voorraad van de Ploeg. Hoewel de leiding van het manoeuvre een Rav Med voorziet, gebeurt het stockbeheer en de bestellingen op het echelon Ploeg. Het organiseren van een ‘veldapotheek’ in de infirmerie is dus van vitaal belang. Anders is het onmogelijk een overzichtelijke inventaris bij te houden. Dit laatste moet toelaten een aangepaste bestelling door te spelen naar het hogere echelon. Doe je dat niet, dan komt er een stockbreuk. Overdadig bestellen om alle mogelijke verbruik op te vangen kan ook niet, omdat we in belangrijke mate mobiel dienen te zijn. Je kunt gewoon geen half ziekenhuis met je meeslepen. De kracht van een goede S4 is niet te onderschatten.

 

FOTO’S  De “apotheek” van de kampinfirmerie in opbouw: 1. de lege boterhalle; 2. het materiaal in dozen; 3. de ontplooide medische voorraad.








Het is beslist onrechtvaardig tegenover de rest van het team van enkel deze bijzondere functies en taken binnen de ploeg te beschrijven. Voor de eigenlijke uitvoering van de zorgverlening werken we tenslotte allemaal samen. Het vooropgestelde standaardprotocol voor blaarbehandeling zorgt dan wel voor enige stroomlijning; maar iedere patiënt blijft toch een afzonderlijk individu. Het vraagt dus voldoende ‘feeling’ van de verzorgers om de klant goed te verzorgen. In feite wordt de kwaliteit van zorgverlening vooral bepaald door de inzet, motivatie, leergierigheid, kennis en vaardigheid van de individuele uitvoerders.

Daarover kan ik getuigen dat er dit jaar een sterke ploeg voor ons kamp beschikbaar was. Het zou mij te ver drijven om ieders kwaliteiten te gaan opsommen, maar één anekdote kan er wel af. Walter, onze Franstalige ambulancechauffeur (ook pantserchauffeur), is nog maar recent overgestapt uit de landcomponent. In feite moet hij zijn opleiding tot brancardier nog beginnen, en is dit manoeuvre zijn eerste contact met de werking van de medische component. Allereerst verwondert hij zich over de informele manier waarop de samenwerking gebeurt. De hiërarchische principes worden bij de strijdende eenheden wat strakker toegepast. Daarnaast speelt hij met de vraag of er ook mensen bestaan die direct kiezen voor de medische component. De fighters zien de brancardiers blijkbaar nog altijd als afgedankte zandstuivers. Dat zijn dus de clichés waarmee we de vierdaagse starten. Maar het komt allemaal dik in orde. Het lijdt geen twijfel of Walter wordt een fantastische medic. Zelden zo’n gemotiveerde kerel gezien. We hebben heel wat tijd doorgebracht, onderweg, samen in de ambulance. De conversatie was fijn, de sfeer prima. Ook voor mij is het een leermoment geweest. Het cliché van de fighters met de blik op oneindig en het verstand (jeweetwel ...) slaat ook nergens op. Toen Walter onze ploeg de laatste avond moest verlaten om zijn eenheid te vervoegen, viel het afscheid ons allen zwaar. Na een weekje werken als ploeg, wil je wel eens samen wat ontspannen ook. Jammer.

 

Voor de medische ploegen is de vierdaagse van de IJzer een weekje intensief zwoegen. Gemiddeld worden per dag toch een 350-tal verzorgingen uitgevoerd. ’s Morgens staan we er al vroeg bij (start activiteit om 06.15h), en vullen de dag tot de debriefing van 22.00h. Daarna is er nog de noodzakelijke persoonlijke opschik; en misschien nog één pint op een terrasje. Je mag je al gelukkig prijzen als je om 24.00h in je bed duikt. Vergeet ook niet dat we niet alleen maar blaartjes zitten te verzorgen. Opstellen en afbreken van de hulppost is een dagelijkse routine; en de verplaatsingen op het terrein; aanvullen en verversen van materiaal; enz … Veel werk, maar ook veel voldoening. Dankbare patiënten en de gelegenheid om heel wat fijne mensen te leren kennen.

Dat de reserve een grote bijdrage levert aan dit gebeuren kan maar in ons voordeel spelen. Het is een wederzijdse opportuniteit om kennis te maken met de mogelijkheden van zowel reserve als actief kader. De IJzervlakte heeft in zijn geschiedenis al veel aanleiding gegeven tot bijeenkomsten van allerlei aard. Maar van de vierdaagse van de IJzer kan terecht gezegd worden dat het een initiatief is dat mensen (culturen, gemeenschappen, eenheden) dichter bij elkaar brengt. Met een beetje geluk mag ik er volgend jaar weer bij zijn.

 

Didier Vanhoecke

Adjudant Verpleegkundige

Plg Adj HuP Diksmuide 2003