Dat er in de laatste
jaren heel wat
is veranderd voor het reservekader moet ik u niet vertellen. Dat heeft
uiteraard ook zijn invloed gehad op de verenigingen van het
reservekader. Vooral
![](../images/ptsitr.jpg)
sinds
de eeuwwisseling zijn wij permanent op zoek
geweest naar een nieuw evenwicht in onze doelstellingen en opdracht.
Aan deze acrobatische manoeuvres lijkt nu een einde te komen. De
omgeving heeft een zekere stabiliteit verkregen, waarin onze vereniging
zich kan heroriënteren, en werk maken van een nieuw
beleidsplan.
Dat we ons primair willen richten op het “bijeen”
brengen
en houden van reservisten was ook al duidelijk. De vraag
“hoe” we dat willen aanpakken is nu vooral aan de
orde.
Daarnaast blijft het ook belangrijk rekening te houden met de
potentiële nieuwe reserve.
Aangezien Defensie vooral mikt op
“dubbel gebruik” van burgercompetenties, mogen we
veronderstellen dat we te maken zullen krijgen met een professioneel
publiek. Vaak hebben deze mensen al een band (alumni,
beroepsvereniging, collega’s) binnen hun beroepsmilieu, en
staan
misschien niet te trappelen om nog een actief lidmaatschap bij ons aan
te gaan.
Anderzijds blijkt de groep reservisten in spe toch maar van
zeer beperkte omvang. De drijfveer van deze “witte
raven”
(of zijn het zwarte schapen?) ligt dus niet besloten in hun
professionele achtergrond. Er is een persoonlijke factor (X?) die
meespeelt bij hun keuze. Dat is ons aangrijpingspunt!
Oude en nieuwe reservisten blijken op het vlak van motivatie niet zover
uit elkaar te liggen. Zelfs bij de oudjes zijn er altijd verschillen
geweest tussen harde strebers en zachte genieters. Maar er is altijd
een mogelijkheid geweest om beide ambities te verzoenen. Het engagement
zit dieper dan de “stijl” van uitvoering.
De kern (core - business) van het kringleven moet zich daarom vooral
toespitsen op het samenbrengen van alle reservisten. Door het wegvallen
van specifieke reservistenactiviteiten, gesponsord door Defensie,
moeten wij zoeken naar eigen middelen om deze samenhang te
ondersteunen.
In het verleden heeft vooral het ledenblad een sterke rol gespeeld als
bindmiddel. Maar door het ontbreken van maandelijkse activiteiten is de
verslaggeving tegenwoordig wat mager geworden. Ook aankondigingen voor
vaderlandslievende en quasi-militaire bijeenkomsten leveren onvoldoende
stof om een regelmatige uitgave te verantwoorden. Terwijl het woord
“uitgave” toch is gevallen, kan meteen ook worden
nagedacht
over de kostprijs van een regelmatige publicatie. Het UV-tarief van
Defensie ondersteunt ons niet langer, wat de prijs voor verzending
drastisch doet stijgen.
Om een lang verhaal kort te maken: het
klassieke tijdschrift rendeert niet meer. Het is te statisch (traag) om
snel in te pikken op de actualiteit; te duur om frequent te produceren;
te groot om te vullen met relevante inhoud. Het is de hoogste tijd om
naar een nieuw medium over te schakelen om de noodzakelijke onderlinge
communicatie in de Kring gaande te houden. Vóór u
ligt de
laatste INFOROO. Ons volgende contact gebeurt wellicht via de
internetsite: www.roo-west.be
Vooraleer u te overstelpen met argumenten die pleiten voor het nieuwe
medium vind ik het toch gepast om INFOROO met het nodige respect ten
grave te dragen. Tenslotte is het hoofdzakelijk mijn geesteskind.
In
1989 bestaat er al een informatieblaadje voor de reserveonderofficieren
van de Kring Brugs Ommeland. Op de kaft staat in kleine lettertjes de
gekruiste woordcombinatie “info” (horizontaal) en
“roo” (verticaal), met gemeenschappelijk gebruik
van de
tweede “o”. De bestuursformatie bevat op dat moment
nog
hoofdzakelijk “vierlatters”, met uitzondering van
voorzitter adjudant Yves Descamps: 1Sgt Robert Van Borsel (stafchef),
1Sgt Jean-Michel Arnalsteen (liaison), 1Sgt Danny Steyaert (R1 -
administratie), 1Sgt Jean Vandenbussche (R2 – PR en
ledenwerving), 1WM Marc Goethals (R4 – materiaal en
logistieke
steun).
De inhoud van het boekje is zeer divers, gaande van
krantenknipsels tot aankondigingen voor militaire oefeningen van de
reserve. Mijn debuut gebeurt met enkele artikels over heldenmoed (en
stress-fenomenen) en nucleaire straling voor beginners.
Tegen eind 1989
krijg ik de hoofdredactie van het tijdschrift en stap als sergeantje
het kringbestuur binnen. De volgende vijf jaar zal de 10 bladzijden
tellende INFOROO met maandelijkse regelmaat bij de leden in de bus
vallen. In 1994 geef ik de fakkel door aan Benedict Braet, die de
redactie met grote zorg heeft verdergezet.
Sinds de ingrijpende
veranderingen voor de militaire reserve is het steeds moeilijker
geworden om de tijdschriftformule te onderhouden. De reductie van het
aantal nummers is vooral bedoeld geweest om de inhoudelijke waarde te
kunnen behouden. Helaas compenseert dit niet de behoefte aan permanente
communicatie met de leden, die nu toch prioritair is geworden door het
wegvallen van andere contactmogelijkheden. Het geheel voldoet niet meer
aan onze nood voor ledenbinding. Hiervoor moeten we iets nieuw op de
planken brengen. Het medium dat zich het best presenteert is uiteraard
het Internet.
Eerstdaags start ons internetdomein “ROO-WEST” op
URL:
www.roo-west.be Naast de mogelijkheid om snelle verslaggeving te
publiceren, evenals een breed spectrum aan aankondigingen en
uitnodigingen, levert dit medium ook extra ondersteuning voor
alternatieve vormen van informatieoverdracht. Fotoreportages kunnen
uitgebreider (zonder limiet aan bladzijden) aan bod komen, in kleur, en
downloadbaar voor leden. Ook geluid- en filmfragmenten kunnen
aangeboden worden.
Misschien openen we een (gemodereerd)
discussieforum. Afspraken voor deelname aan activiteiten (vb: TIR
Duinkerke), of carpooling kunnen langs deze weg snel geregeld worden.
De mogelijkheden zijn legio. We zijn ermee begonnen en zien hoe het
verder evolueert. Één ding is alvast zeker; de
communicatiestroom verlaat het eenrichtingsverkeer en wordt een
effectieve “dialoog” binnen de Kring.
Wat doen we met leden die geen toegang hebben tot het Internet?
Uiteraard willen we deze mensen niet verliezen, maar beseffen ook dat
voor de “snelle” aankondigingen niet echt een
zinvol
alternatief bestaat. Voor de verslaggeving, of aankondigingen op lange
termijn kunnen we hier wel een mouw aan passen.
Dat is ook de reden van
dit laatste papieren nummer. Wie geen gebruik maakt van het
internetmedium, kan dit telefonisch of schriftelijk melden bij een
bestuurslid.
Twee maal per jaar zal een bewerkte afdruk gemaakt worden van de site,
die de belangrijkste nieuwtjes samenvat. Dit
“boekje” wordt
per post opgestuurd aan de mensen die geen Internet gebruiken.
De
anderen vinden in dit nummer concrete instructies om aan te sluiten bij
ons kringdomein. Gasten op de site krijgen een beperkt aanbod. Leden
(lidgeld in orde?) krijgen toegang tot de volledige inhoud.
Dringende
mededelingen en overzichten krijgt u nog steeds via e-mail. Het is dus
niet noodzakelijk om permanent de site te exploreren. Houd ons wel op
de hoogte van eventuele wijzigingen in uw mailadres.
De
bestuursformatie engageert zich om de site minstens
één
keer per maand van een update te voorzien. Verder hopen we dat de open
dialoog voor de nodige suggesties zal zorgen om de zaak kwalitatief te
onderhouden.
Een betere start voor een nieuw werkjaar kan ik mij amper voorstellen.
Didier Vanhoecke